NIEUWS

Voor de ene kapper komt het voort uit een stukje bewijsdrang, voor de ander is het een mooie manier om verschillende facetten van het vak te leren kennen. Sharon Munoz Jimenez-Nijmeijer en Asena Ceben vertellen waarom ze meedoen aan de Coiffure Award en wat de competitie hen gebracht heeft.
Asena Ceben: “JE LEERT ER ELKE KEER WEER VAN” “Ik ben mee gaan doen aan de Coiffure Award, omdat het me leuk leek om echt out of the box te kunnen werken. In de salon moet je rekening houden met de wensen van de klant, maar bij een eigen collectie kun je maken wat je zelf mooi vindt. Ook wilde ik onderzoeken of ik andere facetten van het vak interessant zou vinden, zoals werken achter de coulissen of het doen van shoots. Elk jaar probeer ik wat anders neer te zetten: ik wil eigenlijk niet dat ze zien dat het van mij is. Na een serie met veel krul en kopertinten, heb ik het vorig bijvoorbeeld over een heel andere boeg gegooid met licht haar en blauwnuances. Ik werk in de salon veel met lang haar, dus leek het me leuk om juist een keer voor botte, kortere lijnen te kiezen en mezelf zo te pushen. Elke keer dat ik meedoe, groei ik in hoe ik de kleur sterker kan maken en hoe ik het weer anders in kan zetten. Zo leer ik er steeds van. Het meedoen aan de Coiffure Award heeft me meer zelfvertrouwen gegeven. Het levert de salon veel nieuwe klanten op en mensen vragen specifiek naar mij en naar mijn zusje en vader, die ook meedoen aan de wedstrijd. Dat levert veel stress op als we gaan shooten, maar we helpen elkaar altijd. Bijvoorbeeld met de styling of met het meedenken over het concept. We zien elkaar niet als concurrenten, maar als collega’s van één team. Mijn vader houdt er niet zo van om foto’s in de etalage te hangen, maar ik wilde dat wel graag. De afspraak was: bij nominatie gaan we dat doen. We waren vorig jaar alle drie genomineerd, dus was het vechten wie als eerste mocht! We delen ons avontuur veel op social media en we zien dat klanten het vooral leuk vinden om ons bezig te zien met de modellen. In de stoel vragen ze er ook naar. Het leeft echt in de salon.”
Sharon Munoz Jimenez-Nijmeijer: “IK WIL LATEN ZIEN WIE IK BEN EN WAT IK KAN” “Op de basisschool werd er gezegd dat ik niet goed kon leren. Ik heb op school eigenlijk altijd het gevoel gehad dat ik niet goed genoeg was, terwijl ik gewoon niet in het plaatje paste. Er lag zo’n nadruk op het cognitieve, terwijl ik meer van de praktijk ben en van op gevoel handelen. Ook al heb ik nu twee mooie en goed lopende salons, die bewijsdrang zit nog steeds in me. Met mijn deelname wil ik laten zien wie ik ben en wat ik kan. Niet alleen voor mezelf, maar ook om anderen te demonstreren wat je in ons vak kunt bereiken. Normaal gesproken werk ik via een maandenlange voorbereiding naar de shoot toe. Dat gaat volgens een vaste route: een moodboard maken, modellen zoeken, het team samenstellen. Dit jaar ging het voor het eerst anders. Ik zou niet meedoen, omdat ik wat interieurveranderingen in de salon in Raalte wilde doorvoeren. Door omstandigheden werd dat een half jaar uitgesteld. Toen bekroop me het gevoel dat ik iets miste en heb ik lastminute - in twee weken tijd - alles geregeld. Door mijn deelname heb ik in de loop van de jaren mijn eigen stijl beter leren kennen. Het heeft best wel even geduurd voordat ik wist waar ik voor stond. Ik hou van een zekere zachtheid in het haar, van vrouwelijkheid en veel textuur. Het moet iemand nog mooier maken. Ik heb ook geleerd om meer naar mijn eigen gevoel te luisteren, niet op te geven en het plezier weer terug te vinden in dingen creëren. Soms valt een look tegen: de coupe die je in gedachten hebt, komt niet mooi over op beeld. Het is belangrijk dat je snel leert schakelen en door kunt pakken, en het haar weet om te vormen tot iets wat wel werkt. Het hele proces deel ik uitgebreid op social media. Sowieso delen we alles wat we doen als een soort dagboek met onze volgers. Dat is tegenwoordig zo belangrijk! Het levert nieuwe klanten op en geeft gespreksstof tijdens de behandeling. Mensen vinden het leuk om te zien dat je bij de beste kappers van Nederland wilt horen, dat vinden ze superinteressant.”